#MeetTheArtist Veerle Beckers - Op zoek naar de balans tussen figuratie en abstractie
Kristof De Clercq Gallery toont op Art Rotterdam nieuw werk van de Gentse schilder Veerle Beckers. Haar werk is figuratief en als kijker herken je Beckers onderwerpen direct, toch zal je ze nooit op die manier tegenkomen. Beckers begeeft zich in het grensgebied van figuratie en abstractie.
“Voor mij gaat schilderen heel erg over de juiste balans vinden. Het is iedere keer een andere vertaaloefening”.
Weet je al welke werken je zal tonen op Art Rotterdam ?
Er zal recent werk te zien zijn. Schilderijen die ik in de loop van 2022 bijeen heb geschilderd. De finale selectie moet nog bekeken worden in samenspraak met mijn galerie.
Sla je met dat werk een nieuwe weg in of bouw je voort op bestaande uitgangspunten in je werk?
Ieder doek dat ik schilder staat los van een vorig schilderij, los van het geheel. Dit is hoe ik werk. Ik maak geen series. Mijn werk evolueert mee met mij als mens. De laatste tijd bijvoorbeeld, probeer ik in mijn leven, los van het atelier, mijn drang naar controle wat meer los te laten en zoiets heeft natuurlijk invloed op mijn manier van schilderen. En op momenten dat ik fel naar binnen gekeerd ben, zal hetgeen ik schilder sowieso gelaagder zijn, meer beladen.
Het viel me op dat in alle artikelen over jouw werk je werkplek wordt omschreven. De weg door je huis naar de zolderverdieping met de talloze knipsels. Dat gebeurt in de regel weinig, maar bij jou gebeurt het steevast. Dat kan geen toeval zijn. Kan je je atelier en het belang ervan voor je werk omschrijven?
De mensen vinden het hier precies boeiend. Het wordt tijd dat ik eens verhuis zodat we het over mijn schilderijen kunnen hebben. :-) Ik schilder in het huis waar ik ook woon. Werken en wonen vloeien in elkaar over. Het is een oud huis, smal en hoog. Mijn atelier bevindt zich op de zolderverdieping, de kelderverdieping is de plek waar ik leef, kook, eet en mensen zie. De wanden van de hal met de steile trap die van beneden naar boven loopt, hangen vol met prenten, foto’s, reproducties van schilderijen, post-it’s, verzamelobjecten…
Zie het als een soort van kabinet vol met referentiebeelden. Prikkels die me voeden en inspireren. Maar bovenal zijn het verhalen, herinneringen, kronkels die een houvast bieden. Een soort van anker, een ruggengraat. Ik ben erg visueel en ik maak verhalen met beelden. In het atelier heerst er meer rust. Er hangt minder aan de muren. Toch heb ik ook op die plek de behoefte om mezelf te overladen met beelden. Daar spelen kunstboeken een grote rol. Ik vind het inspirerend om boeken open te leggen.
Ik geloof dat het proces van knippen en plakken en puzzelen in mijn traphal te maken heeft met angst voor verlies. Angst om te vergeten, angst om een bepaald gevoel nooit meer te voelen, maar bovenal de angst voor verlies van mezelf. De knipsels en plaksels in de traphal helpen me om mijn onrust een plaats te geven, en zijn een instrument om de wereld (mijn wereld) te begrijpen, te onderzoeken.
Ik begreep dat je in feite in iedere stijl kan schilderen, maar juist kiest voor dit handschrift. Is dat een bewuste keuze of groei je daar intuïtief naartoe?
Dat is inderdaad iets waar je naartoe groeit. En ook helpt het om jezelf als mens goed te kennen. Het is niet omdat je iets kan, dat je het ook fijn vindt om doen. Ik zou iemand met ADHD niet aanbevelen om te schilderen zoals de Vlaamse Primitieven dat deden. Het gaat erom dat je een manier van werken ontwikkelt waar je gelukkig van wordt.
Ook heeft de manier waarop ik schilder veel te maken met wat ik allemaal heb gezien. Als kind heb ik heel wat schilderijen zien passeren. Mijn vader was kunsthandelaar. Hij verkocht werk van Roger Raveel, Raoul De Keyser, Constant Permeke, Jean Brusselmans, Edgard Tytgat,… Ik geloof nogal sterk dat wat je in je kindertijd zag en meemaakte erg bepalend is voor je latere leven. Dus ook voor het werk als schilder in het atelier.
Jouw werk is figuratief, zij het zeer geabstraheerd. Als kijker herken je het geschilderde direct, maar je zal het nooit zo aantreffen in de werkelijkheid. Je creëert precies genoeg afstand om het onderwerp weer opnieuw waar te nemen. Is dat ook waar je het om te doen is ?
Ja, uiteraard. Voor mij gaat schilderen heel erg over de juiste balans vinden. Ik wil niet zomaar een beeld kopiëren. Tegelijkertijd wil ik ook niet dat het beeld van waaruit ik vertrek helemaal verdwijnt. Het is iedere keer een andere vertaaloefening. Soms wil ik een verhaal vertellen door middel van kleur. Een andere keer probeer ik een gevoel over te brengen door middel van materie. Ieder beeld vraagt om een specifieke aanpak. Wel is het zo, dat wanneer ik aan het schilderen ben, het oorspronkelijke beeld wat naar de achtergrond verdwijnt en ik enkel met het doek bezig ben – met kleur, compositie, verf.
Je bent opgeleid als restaurator van muurschilderingen en schilderijen. Ben je naast je werk als kunstenaar ook nog actief als restaurator?
Neen. Wel ben ik lange tijd huisschilder-decorateur geweest. Ik heb meerdere opleidingen gevolgd waarin schilderen en verf centraal stonden en het luikrestauratie maakte daar dikwijls deel van uit. Restaureren heeft me echter nooit erg geïnteresseerd. Ik wist al heel vroeg dat ik iets met verf wou doen en dat ik wou creëren. Lange tijd heb ik niet geweten welke kant het zou opgaan met die opleidingen rond verf. Ik hield van verf, kleur en textuur. Vandaag merk ik dat vele dingen die ik geleerd heb, samenkomen in mijn atelier en dat vind ik fijn.
Dat ik in de opleiding restauratie van muurschilderingen terecht kwam, had veel meer te maken met mijn voorliefde voor fresco’s en Middeleeuwse muurschilderingen. Ik wou weten hoe een fresco gemaakt werd, hoe ze het vroeger deden en ik wou het zelf ook kunnen.
Geschreven door Wouter van den Eijkel