Pauline Curnier Jardin: spektakel, rituelen en het lichaam in overdaad
Tijdens Intersections op Art Rotterdam presenteert Ellen de Bruijne PROJECTS Le Lente Passioni (2023) van Pauline Curnier Jardin (1980, Frankrijk). Deze theatrale en meeslepende installatie draait om het spektakel van geloof. De ruimte is tegelijk biechtstoel, camping en huiselijke setting. Het werk onderzoekt hoe katholieke rituelen voortbestaan, veranderen en zich aanpassen, vooral wanneer ze de digitale wereld binnendringen.

Al meer dan 15 jaar onderzoekt Pauline Curnier Jardin theatraliteit, overdaad en transformatie. Haar werk beweegt tussen film, performance en installatie. “Haar werk draait om enscenering en de rol van de toeschouwer,” zegt Sergi Rusca, curator bij Ellen de Bruijne PROJECTS. Geboren in Zuid-Frankrijk en jarenlang woonachtig in Italië, haalt ze inspiratie uit de rituelen van het katholicisme, de dramatiek van devotie en de manier waarop geloof zowel persoonlijk als een vorm van performance is.
Voor Le Lente Passioni verzamelde ze videobeelden van paasprocessies uit katholiek Europa, afkomstig uit archieven van etnomusicologen. Tijdens de eerste lockdown in Italië vonden deze rituelen noodgedwongen digitaal plaats. Gelovigen knielden voor hun televisies, zongen alleen thuis en deelden opnames online.
Deze gefragmenteerde maar standvastige geloofsuitingen tonen hoe devotie zich aanpast aan technologie, zonder het fysieke aspect van uithouding en aanwezigheid te verliezen.
Vrouwen in rituelen
Curnier Jardin is gefascineerd door vrouwelijke archetypes op het kruispunt van macht, devotie en marginalisering: de non, de maagd, de heks. Figuren die een sterke rol spelen in zowel heidense mythologie als christelijke iconografie, vereerd en gevreesd, vaak als middel om controle uit te oefenen op het vrouwelijke lichaam.
“Je ziet hoe ze deze referenties vermengt,” zegt Rusca. “Paganistische elementen vloeien samen met christelijke iconen en creëren personages die ergens tussen het goddelijke en het profane in zitten.” In haar werk keert ze steeds terug naar deze figuren, de heilige, de martelares, de beschuldigde heks, om te onderzoeken hoe hun verhalen opnieuw verteld kunnen worden en hoe ze zich kunnen losmaken van de rollen die hen zijn opgelegd.
Haar interesse in het lijden en de devotie van het vrouwelijke lichaam is duidelijk zichtbaar in Fat to Ashes (2019), waarin ze drie rituelen met elkaar verweeft: een katholiek feest ter ere van Sint-Agatha, de slachting van een varken en het carnaval in Keulen. “Heiligen worden vaak vereerd vanwege hun pijn: Sint-Lucia, wier ogen werden uitgerukt; Sint-Agatha, wier borsten werden afgesneden.” In Sicilië wordt Agatha nog steeds herdacht met borstvormige gebakjes.
Opoffering, transformatie en overdaad verbinden lichamelijke uithouding, rituele herhaling en de dunne grens tussen het heilige en het groteske. Le Lente Passioni bouwt hierop voort, maar richt zich op hoe deze fysieke rituelen een digitaal bestaan krijgen, waarin devotie blijft voortbestaan, zelfs als de lichamen verdwijnen.

Lichaam en geloof
“Christelijke beeldtaal keert altijd terug naar het lijdende lichaam, het gewonde vlees,” legt Rusca uit. Het katholicisme is een geloof waarin pijn en devotie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Niet alleen in theologie, maar ook als spektakel: bloed, wonden en fysieke uitputting spelen een centrale rol.
In Le Lente Passioni komt dit tot uiting in knielende lichamen, ritmische gezangen en de tastbare aanwezigheid van lijden. “Zelfs in digitale vorm blijven deze rituelen een beroep doen op het lichaam, ze vragen nog steeds overgave,” zegt Rusca.
De installatie zelf speelt met de spanning tussen intimiteit en spektakel. Het doorboorde, hartvormige biechtvenster doorbreekt de klassieke scheiding tussen priester en gelovige, toeschouwer en deelnemer. Het hart vormt het symbolische middelpunt van de drieluikstructuur en verwijst direct naar de kruisiging van Christus.
Een drieluik: biechtstoel, kampeerplek, huiselijke ruimte
De structuur van Le Lente Passioni is opgebouwd als een drieluik en verwijst naar christelijke numerologie. “Het getal drie is cruciaal in het christendom,” zegt Rusca. “De Heilige Drievuldigheid, de drie dagen tussen dood en opstanding, en zelfs het middeleeuwse geloof dat Christus met drie spijkers werd gekruisigd.”
Deze driedelige structuur vertaalt zich direct in de installatie. Vooraan doet de ruimte denken aan een kampeerplek, waar absurdisme botst met de zware religieuze beeldtaal binnenin. Verder naar binnen opent een biechtvenster met een barokke altaarprint naar een televisiescherm, waar devotie zich niet fysiek maar digitaal voltrekt. In het hart van de installatie vervangt een gloeiende tv het altaar, een reflectie van hoe fysieke rituelen verschuiven naar digitale participatie.
Ook in de film zelf is deze gelaagdheid zichtbaar. “Binnen de video is het een tv binnen een tv,” zegt Rusca, verwijzend naar gelovigen die de mis online volgen, hun geloof gereflecteerd door schermen. De installatie stelt de vraag: wat gebeurt er als geloof wordt verplaatst? Hoe blijft het voortbestaan als de collectieve, lichamelijke ervaring verdwijnt?
Het gewonde hart, een symbool van devotie en lijden, blijft bestaan, zelfs als de rituelen eromheen veranderen.
Geschreven door Emily Van Driessen