Ontmoet de genomineerden voor de NN Art Award 2025: Marcos Kueh
Voor het negende jaar op rij wordt de NN Art Award in 2025 uitgereikt aan een veelbelovende kunstenaar die werk toont tijdens Art Rotterdam. De genomineerde kunstenaars zijn Diana Scherer (andriesse eyck galerie), Marcos Kueh (Prospects sectie van het Mondriaan Fonds, courtesy Galerie Ron Mandos), Pris Roos (Mini Galerie) en Bodil Ouédraogo (Prospects sectie van het Mondriaan Fonds). Het werk van de vier genomineerden wordt van 15 maart tot en met 11 mei gepresenteerd in Kunsthal Rotterdam.

Marcos Kueh (1995) onderzoekt met zijn textielwerken hoe erfgoed, identiteit en hedendaagse beeldcultuur elkaar beïnvloeden. Zijn geweven installaties zijn dragers van verhalen, waarbij hij ambachtelijke technieken combineert met actuele thema’s en technieken. De kunstenaar onderzoekt daarbij de rol van textiel als medium voor geschiedschrijving en zelfreflectie.
Kueh groeide op in postkoloniaal Maleisië, in het Maleisische deel van Borneo, waar de erfenis van koloniale invloed, exotisering en culturele ontworteling onmiskenbaar aanwezig is. Die gelaagde geschiedenis vormt de kern van zijn artistieke praktijk. Aanvankelijk studeerde hij grafisch ontwerp en reclame aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, maar pas toen hij zich binnen dezelfde academie verdiepte in textielontwerp ontdekte hij de mogelijkheden van textiel als expressievorm. Hij raakte gefascineerd door de manieren waarop zijn voorouders in Borneo verhalen, mythes en dromen vastlegden in geweven patronen. De kunstenaar besloot traditionele weeftechnieken uit Borneo en andere Zuidoost-Aziatische regio’s te combineren met hedendaagse westerse industriële methoden. Zo ontstaat in zijn werk een dialoog tussen het verleden en het heden. Naast het narratieve aspect van textiel, heeft Kueh ook een grote interesse in de technische precisie en vakmanschap die bij het ambacht komen kijken.
Kueh’s werk gaat over zelfbewustzijn en de complexiteit van dekolonisatie, zowel als historisch proces als in de manier waarop het doorwerkt in persoonlijke en collectieve identiteiten. Tijdens zijn studie in Nederland werd hij voor het eerst geconfronteerd met academische discoursen over dekolonisatie. Dit gaf woorden aan een onrechtvaardigheidsgevoel waar hij mee worstelde, een besef dat niet alleen persoonlijk, maar ook systemisch bleek. Kueh plaatst geconstrueerde beelden naast zijn eigen ervaringen en bevraagt de hardnekkige koloniale en postkoloniale narratieven die nog steeds doorwerken in de identiteitsvorming in Zuidoost-Azië. Zo stelt hij kritische vragen over de term ‘derdewereldland’ en over wie de macht heeft om de verhalen uit voormalige koloniën te vertellen. Hij wijst erop dat dekolonisatie in westerse academische contexten vaak wordt benaderd als een theoretisch concept, terwijl de stemmen uit de voormalige koloniën zelf — de oorspronkelijke drijvende krachten achter de dekolonisatiebewegingen — onderbelicht blijven. Met zijn textielwerken confronteert hij deze dynamiek en biedt hij een aanvullende benadering. Het is een deels geleefde en deels academische reflectie op de vraag hoe we onze eigen geschiedenis vormgeven en begrijpen. Hij merkt op dat Maleisiërs hun eigen verhalen vaak naar de achtergrond laten verdwijnen en in plaats daarvan onbewust de blik van de voormalige koloniale machten op zichzelf projecteren.

In de Prospects-sectie van het Mondriaan Fonds op Art Rotterdam presenteert Kueh (courtesy Galerie Ron Mandos) een installatie die dieper in gaat op de gelaagdheid van identiteit en culturele erfenis. Dit werk, oorspronkelijk ontwikkeld voor Manifesta 15, werd eerder getoond in een 17e-eeuwse kerk in Barcelona, waar het een dialoog aanging met een christelijk altaarstuk — een religie die in Maleisië door Europese koloniale machten werd geïntroduceerd onder het mom van ‘beschaving’. In deze installatie visualiseert Kueh de innerlijke spanning van een postkoloniale identiteit: het gevoel van verscheurdheid tussen assimilatie en authenticiteit, tussen aanpassing en verzet. Daarmee ontmantelt hij deels de koloniale erfenis die het katholicisme in Borneo heeft achtergelaten.
Naast de historische en politieke lading van zijn werk onderzoekt Kueh ook hoe massacommunicatie en reclame beeldvorming beïnvloeden. Hij trekt parallellen tussen traditionele verhalende systemen en hedendaagse marketingstrategieën en onderzoekt hoe visuele communicatie culturele identiteit kan manipuleren of instrumentaliseert. Met zijn geweven billboards creëert hij een fictieve wereld waarin textiel fungeert als een vorm van visuele propaganda, een commentaar op de manieren waarop identiteit wordt geconsumeerd, geherdefinieerd en uitgehold binnen het kapitalistische systeem.
Kueh nodigt de kijker uit om voorbij de esthetiek van textiel te kijken en zich te verdiepen in de onderliggende structuren van geschiedenis, identiteit en ambacht. Tegelijkertijd speelt hij met humor en satire — to make the medicine go down easier wellicht, of om meer betekenisvolle gesprekken op gang te brengen. In zijn werk verweeft hij hedendaagse mythen en legenden met Sarawakiaanse motieven, symbolen en personages, waarmee hij een alternatieve vorm van visuele storytelling creëert.

Marcos, kun je ons iets meer vertellen over het werk dat je presenteert op Art Rotterdam en in de Kunsthal?
‘Kenyalang Circus’ is een langlopend project dat ik in 2016 ben gestart. Het onderzoekt de exotisering van mijn identiteit als persoon uit Borneo. Van antropologische musea tot toeristische advertenties – hoe wij worden beschreven, wordt hoe wij onszelf beschrijven, en uiteindelijk: hoe wij ons voordoen voor de mensen die onze beschrijvingen hebben gecreëerd. De gigantische geweven posters en billboards in deze serie tonen vaak wezens die voortkomen uit stereotiepe ideeën over de mysterieuze onbekendheid van de Borneo-oerwouden. Mijn rol, als spreekstalmeester van het circus, is om deze wezens rond te leiden en mijn exotische identiteit als het ware te ‘verkopen’. Het circus is inmiddels de hele wereld rondgereisd in verschillende vormen, en dit is onze debuutpresentatie in Rotterdam.
Het werk ‘Homo Reconciliation Eternatus’, oorspronkelijk gemaakt in opdracht van de 15e Manifesta Biënnale in Spanje, zal te zien zijn in de Prospects-sectie op Art Rotterdam. Dit werk gaat over de innerlijke strijd om van onszelf te houden en trots te zijn op wie we zijn als mensen uit ontwikkelingslanden. ‘Nenek Moyang’, dat eerder debuteerde op ART Singapore, wordt getoond in Kunsthal Rotterdam. Dit 8 meter lange geweven billboard hangt als een waterval – een verwijzing naar de Borneose mythe waarin de voorouders die in de hemel wonen alleen via watervallen naar de aardse wereld kunnen reizen. De hoge presentatie nodigt het publiek uit om letterlijk en figuurlijk omhoog te kijken naar hun eigen cultuur.
Wat zijn je plannen voor 2025?
In 2025 zal ik voor het eerst als professioneel kunstenaar deelnemen aan een aantal residenties. Veel van mijn lopende projecten hebben zich op natuurlijke wijze ontwikkeld tot gesprekken over fabrieksarbeid. Als een Chinees-passing [iemand die vaak als Chinees wordt gezien op basis van uiterlijke kenmerken, red.] en niet-Europees persoon die nauw betrokken is bij de Nederlandse textielindustrie, kijk ik ernaar uit om verhalen en gesprekken te verkennen over klasse, kapitalisme, migratie en identiteit op de werkvloer. Mijn werk draait altijd om textiel als eindproduct, dus het is interessant om mijn onderzoek uit te breiden naar de systemen die deze productie mogelijk maken. Hopelijk heb ik tegen deze tijd volgend jaar veel betekenisvolle verhalen te delen.
Kun je beschrijven hoe je je voelde toen je hoorde dat je genomineerd was voor de NN Art Award?
Ik was in Maleisië toen ik het nieuws kreeg en ben meteen met mijn familie gaan uiteten om het te vieren. Het is fijn om te weten dat er mensen zijn die mijn werk waardevol vinden, en ik ben vooral blij dat mijn familie toevallig dichtbij was om dit moment samen te beleven.
Als je de prijs zou winnen, welk project zou je dan als eerste realiseren?
Deze prijs zou zeker nieuwe mogelijkheden openen voor mijn aankomende onderzoeksprojecten naar fabrieksarbeid. Het zou me in staat stellen om meer locaties te bezoeken en in gesprek te gaan met een breder scala aan mensen. Op een bepaalde manier heeft de nominatie al veel aandacht voor mijn werk gegenereerd, en ik hoop diezelfde aandacht ook te kunnen richten op onbekende verhalen, gesprekken en perspectieven van arbeiders met wie we in het dagelijks leven zelden in contact komen.
Tijdens Art Rotterdam is het werk van Kueh te zien in de 13e editie van Prospects, een initiatief van het Mondriaan Fonds. In deze tentoonstelling wordt het werk gepresenteerd van 116 kunstenaars die in 2023 een financiële bijdrage ontvingen om een start te maken met hun carrière. De sectie wordt samengesteld door Johan Gustavsson en Louise Bjeldbak Henriksen. Bekijk hier alle Prospects kunstenaars.

Marcos Kueh werd in 1995 geboren in Sarawak en verdeelt zijn tijd tussen Nederland en Maleisië. Zijn werk was de afgelopen jaren onder meer te zien in het Stedelijk Museum, Kunstinstituut Melly, Manifesta, The Backroom in Kuala Lumpur en Museum Voorlinden. In 2022 won hij de Ron Mandos Young Blood Award, waarna Museum Voorlinden een van zijn werken aankocht. Joop van Caldenborgh, oprichter van Museum Voorlinden, prees zijn werk om de ‘overweldigende schoonheid, het vakmanschap en de visuele kracht die onze blik opent voor de wereld van gisteren, vandaag en morgen’. In 2023 werd hij onderscheiden als Young Designer bij de Dutch Design Awards.
De winnaar van de NN Art Award 2025 wordt bekendgemaakt op vrijdag 28 maart om 20.00 uur in Kunsthal Rotterdam. Tijdens deze feestelijke avond zijn alle tentoonstellingen, inclusief de NN Art Award tentoonstelling, vrij toegankelijk te bezichtigen voor de aanwezige gasten.
Geschreven door Flor Linckens