Ontmoet de genomineerden voor de NN Art Award 2024 II: Jan van der Pol

‘Quatre Bras III’ 200 x 150 cm, 2023

Voor het achtste jaar op rij gaat de NN Art Award in 2024 naar een veelbelovende kunstenaar die hun werk toont tijdens Art Rotterdam. Nieuw, dit jaar, is de presentatie van het werk van de genomineerden. Zij exposeren niet in een stand op Art Rotterdam maar in de toonaangevende Kunsthal Rotterdam, van 1 februari tot en met 14 april 2024. De genomineerde kunstenaars voor de NN Art Award 2024 zijn Maaike Kramer (Art Gallery O-68), Mónica Mays (Prospects sectie van het Mondriaan Fonds), Jan van der Pol (CREMAN & DE ROOIJ) en Peim van der Sloot (Brinkman & Bergsma). 

De Nederlandse kunstenaar Jan van der Pol is geïnteresseerd in de dynamische wisselwerking tussen onze ogen en ons brein wanneer we beelden tot ons nemen. Voor zijn werken laat hij zich onder meer inspireren door stedelijke en industriële landschappen, maar ook door literatuur en nieuwsbeelden. Soms resulteert dat in figuratieve werken of abstracte werken met figuratieve elementen, maar in zijn latere werk neigt de kunstenaar steeds vaker naar abstract en quasi-geometrisch werk in een veelheid aan kleuren. Vanaf de jaren tachtig begon Van der Pol met het samenstellen van een soort visueel dagboek, bestaande uit zijn dagelijkse tekeningen en aquarellen. Van der Pol: “Deze boeken hebben vaak een eigen centraal thema en kunnen worden gezien als werken die door hun vorm meer lijken op bijvoorbeeld Chinese tekening-rollen. Die zijn niet in een blik te overzien, maar door het uitrollen aan een kant en het oprollen aan de andere kant geven ze steeds een klein stukje prijs. De kijkers stellen daarbij in hun hoofd het geheel samen.” 

De 74-jarige kunstenaar werd opgeleid aan de Rietveld Academie en Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. 

Jan van der Pol

Zou u iets meer kunnen vertellen over het werk dat u presenteert in de Kunsthal? 
De werken die in de Kunsthal gepresenteerd gaan worden bestaan uit twee gedeelten; twee grote tekeningen en drie kleine en recente olieverfschilderijen. De tekeningen zijn gemaakt in 2021 en dragen de titel ‘A Walk of Life’. Ze bestaan allebei uit één lijn die metaforisch geduid kan worden: waar de lijn begint kan de kijker de geboorte zien en aan het eind van die lijn loopt hij van het papier af — de begroeting door Magere Hein. Over de olieverfschilderijen kan ik niets zeggen, ik kan de kijker alleen aanbevelen om met een open geest de dingen rustig op zich af te laten komen. En daarna misschien nog eens na te denken over wat hij nou eigenlijk gezien heeft.

Wat zijn uw plannen voor 2024? Waar werkt u op dit moment aan? 
Mijn plannen voor 2024 zijn niet erg concreet, buiten de wens zoveel mogelijk tijd in mijn atelier door te brengen. Daarnaast heb ik plannen voor nieuwe publicaties. De publicaties zie ik als een deel van mijn out-put en met regelmaat probeer ik daar iets aan toe te voegen. Zo zal binnen afzienbare tijd een publicatie gereed zijn waarin een samenhangende reeks van 26 tekeningen wordt voorgesteld: ‘De Comfort Zone of the Stoic’. Het vormt de vijfde publicatie in de reeks ‘EEN NIEUWE DAG’. 

Wat vormt uw belangrijkste inspiratiebron?
Als er al van inspiratiebronnen kan worden gesproken — het woord inspiratie hanteer ik niet graag — dan is dat wellicht de ongelofelijke complexiteit van de wereld en onze verhouding als mens daartoe.

Welk advies zou u jonge kunstenaars willen meegeven?
Ik heb 25 jaar les gegeven aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. De gesprekken met de studenten waren af en toe geweldig maar daarna moet uiteindelijk iedereen het echt zelf uitzoeken. En dat is vaak heel erg leuk. Soms is er een bonus zoals genomineerd worden voor een Award en dat is dan ook een bijzonder leuke verrassing. 

De uiteindelijke winnaar van de NN Art Award 2024 wordt op donderdag 1 februari om 20.00 uur bekendgemaakt in Kunsthal Rotterdam. Het werk van de genomineerden is daar nog te zien tot en met 14 april 2024. Tijdens Art Rotterdam is het werk van Jan van der Pol ook te zien in de stand van CREMAN & DE ROOIJ.

Geschreven door Flor Linckens

Wat niet gezien kan worden, maar wel gevoeld

Interview met Shani Leseman over haar presentatie op Prospects, hekserij en magie

Shani Leseman

Meer dan ooit hebben we de wereld ingericht op basis van wetenschappelijke inzichten en technologische vondsten. Van de uitvinding van de microscoop tot de smartwatch, alles is gericht op rationaliteit en efficiency. Toch is niet alles direct verklaarbaar. Er blijft ruimte voor magie. Daarover schildert Shani Leseman. Haar werk zit vol met spirituele en magische praktijken, symboliek, rituelen en talismannen.

Leseman heeft oog voor dat wat niet meteen gezien kan worden, maar wel wordt gevoeld. “Vaak kom ik er pas na het maken achter wat het schilderij mij wil vertellen. Ik zie het schilderproces als een manier om bij het onderbewuste te komen. Beeldende kunst communiceert vaak in de taal van dromen, symbolen en rituelen.”

Shani Leseman (Curaçao, 1996) woont en werkt in Den Haag, waar ze studeerde aan de KABK. Nu volgt ze een opleiding tot heks, of vriendelijker geformuleerd: beoefenaar van magie, wat neerkomt op omgaan met vormen van energie en in contact komen met je innerlijke wereld. Dat laat zich goed combineren met het kunstenaarschap, want in beide praktijken staan volgens Leseman intuïtie en intentie centraal. Het werk van Shani Leseman is tijdens Art Rotterdam te zien op Prospects.

Crossroad, 160 x 120 cm, 2023

Gefeliciteerd met je presentatie op Prospects. Wat krijgen we te zien? 
Bedankt! Op Prospects presenteer ik vijf schilderijen op doek die ik het afgelopen jaar heb gemaakt. Ze raken verschillende onderwerpen binnen het overkoepelende thema magie, zoals spreuken, magische objecten en plekken. 

Je noemt magie als overkoepelend thema van de presentatie op Prospects. Is magie ook waar je werk in het algemeen over gaat?
Mijn werk gaat over het onzichtbare en het onverklaarbare, dat wat niet meteen gezien kan worden maar wel gevoeld. Over spirituele en magische praktijken, over symboliek, intuïtie, rituelen en objecten als betekenisdragers.

Je bent deels opgegroeid op Curaçao. In het hele Caribisch gebied speelt magie een grotere rol in het dagelijks leven dan hier. Is je fascinatie voor magie in een alledaagse context daar ontstaan? 

Ja, ik denk dat ik een vanzelfsprekendheid in het geloof en gebruiken van magie tijdens mijn jeugd op Curaçao heb ontmoet. Tegelijkertijd is magie iets universeels en is het overal ter wereld te vinden, in verschillende tijden en vormen. Ook Europa heeft rijke spirituele wortels.

Detail A time spell, 160 x 120 cm, 2023

Naast kunstenaar ben je praktiserend heks. Wat ik moet me daarbij voorstellen? 
Hekserij is geen georganiseerde religie en heeft geen vaste regels of kaders, er zijn veel stromingen en praktijken. Wat een heks zoal doet verschilt dan ook per persoon. Een heks, of een beoefenaar van magie (een minder beladen term) is in het algemeen gericht op diens innerlijke wereld en de verbinding ervan met de levende wereld om ons heen. Levend, want de basis van magie is het idee dat alles energie is, of bevat. Rivieren, planten, mensen en andere dieren, maar ook dat wat je niet ziet, zoals gevoelens en gedachten bestaan uit energie. Werken met magie is het bewust opmerken, veranderen of geleiden van deze energie. De praktijk en filosofie van hekserij komen voort uit een gevoel van verwantschap en richt zich dan ook op het beschermen van levensvormen die onze steun nodig hebben. Het heeft een ecologisch en activistisch karakter.  

Ik las dat je daarvoor een opleiding volgt. Wat houdt zo’n opleiding in? 
Ik ben in de leer bij een heks die traditionele, Nederlandse hekserij beoefent. Tijdens de opleiding leert zij me over verschillende praktijken binnen hekserij en het beoefenen ervan, zoals het samenstellen van rituelen, het opladen van magische objecten, divinatie en talismans, met als basis het ontwikkelen van een sterke verbinding met je intuïtie door middel van dagelijkse oefeningen.

Is het iets dat je kan inzetten voor je kunstenaarspraktijk?  
Ja, ik zie veel overeenkomsten tussen de praktijk van een heks en die van een kunstenaar. In beide praktijken staan (voor mij) intuïtie en intentie centraal. Een voorbeeld van hoe beide praktijken vervlochten zijn is te zien in het werk Talismagic, waarvoor ik 100 keramieken talismans heb gemaakt. Deze objecten zijn geen verwijzing naar talismans, ze zijn de magische objecten zelf. Tijdens het maken van de sculpturen heb ik elk object opgeladen met een specifieke intentie. Zo is er bijvoorbeeld een talisman om grenzen te stellen, een om roddels tegen te gaan en een om beter te kunnen slapen. 

De eerste keer dat ik je werk zag, was je genomineerd voor de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst. Je had het werk An altar for dogs ingezonden. Is zo’n altaarstuk typisch voor je werk? 
Dat werk is gebaseerd op een altaarstuk dat ik op straat ben tegengekomen op reis. Ik werd geraakt door deze spontane ontmoeting met iets magisch – opeens stond ik tegenover een zorgvuldig samengesteld geheel, bestaande uit emotioneel geladen objecten. Dit gevonden altaar zie ik als een fysieke uiting van een gevoel wat wellicht nergens anders heen kon. In zo’n altaarstuk zie ik de menselijke drang naar rituelen, naar het beoefenen van magie. De specifieke intentie van de maker kan ik niet met zekerheid weten, maar wel voelen of raden. Ik noemde het An altar for dogs; voor de honden van de maker misschien, of voor honden in het algemeen. Ook mijn eigen hond en altaren die ik eerder voor hem maakte herkende ik hierin. 

De hond is een terugkerend element in mijn werken: het verwijst naar de band tussen mensen en andere dieren. Zoals eerder genoemd ligt de basis van hekserij in het verbinden van de innerlijke wereld met al het levende om ons heen. Ik denk dat hekserij nu mede een revival doormaakt, omdat het van groot belang is dat de huidige manier waarop mensen met andere dieren en planten omgaan verandert. De visie binnen hekserij vraagt om een herwaardering van de omgeving, een besef dat wij de wereld delen met andere wezens. Ik vind het belangrijk me uit te spreken over dierenrechten en op te komen voor hen zonder stem, zowel in altaren als op straat. 

Ik zie het samenstellen van mijn schilderijen in het algemeen als het samenstellen van een altaarstuk, waar verschillende elementen met symbolische betekenis (zowel persoonlijke als universele symboliek) samenkomen voor een bepaald doel of intentie. Soms is de intentie van tevoren duidelijk, zoals dankbaarheid uiten of een ode maken, maar vaak kom ik er pas na het maken achter wat het schilderij mij wil vertellen. Ik zie het schilderproces als een manier om bij het onderbewuste te komen. Beeldende kunst communiceert vaak in de taal van dromen, symbolen en rituelen.  

A time spell, 160 x 120 cm, 2023

Een ander terugkerend element in je werk is een hand. Nu hebben handen in meerdere culturen en religies een symbolische functie; ik vroeg me af waar de hand in jouw werk voor staat? 
In mijn werkproces is er veel ruimte voor intuïtieve, snelle tekeningen, vaak met houtskool. Hiervan maak ik er als een soort automatisch schrijven heel veel achter elkaar, waarna ik een selectie gebruik als basis voor schilderijen. De hand komt hier inderdaad veel terug, zonder dat ik van tevoren weet waarom of waar het precies voor staat. Vaak kom ik later pas achter de persoonlijke betekenis van deze symbolen, zoals ook bij de hand. Deze staat in mijn werk vaak voor de menselijkheid. Waar religie een god centraal zet, is dat binnen magie de mens en de vermogens om verandering uit te oefenen. Vanuit onze handen maken, verbinden en helen we. Als ik mij voorstel waar energie mijn lichaam verlaat, is dat ook via de hand. 

Afgelopen jaar ontving je een beurs van het Mondriaan Fonds. Is er een project dat je hebt kunnen uitvoeren door de beurs dat je anders niet had kunnen uitvoeren?   
Naast verschillende investeringen in mijn praktijk heeft de beurs van het Mondriaan Fonds ervoor gezorgd dat ik de productie van het eerdergenoemde werk Talismagic kon uitvoeren, qua materiaalkosten maar ook zeker voor de tijd die in elk object zit. Ook voor het maken van de schilderijen die worden getoond op Prospects is de bijdrage van groot belang geweest: het grootste goed is de rust kunnen vinden om veel tijd in mijn studio door te kunnen brengen met de doeken.

Waar ben je op dit moment mee bezig? 
Ik begin binnenkort een samenwerking met Isabel Cavenecia. We hebben een duoshow in maart bij POST als onderdeel van de Symbiosis Series. We zijn door curator Fenne Saedt aan elkaar gekoppeld door onze gedeelde interesse in hekserij. Een andere lopende samenwerking is met Trees Heil, onder de naam My Guides and Me, waar wij spiritualiteit en magie verkennen in video en muziek. Onze eerste nummers en performance zijn samen met Piyoyo (Rik Mohlmann) gemaakt. Daarnaast ben ik benieuwd naar werken met glas. Daar heb ik afgelopen november, tijdens mijn residentie op Aruba, een klein voorproefje van gehad. 

Geschreven door Wouter van den Eijkel

De Gloeiige – Erik van Lieshout over zijn nieuwe project, boerenkunst en een metershoog konijn

Vreugdevuur van het Hooikonijn, Deurne, 23 november 2023 | Fotograaf Mattea Duursma

Het wordt ongetwijfeld een van de meest opvallende stands van Art Rotterdam, die van Annet Gelink Gallery. Niemand zal zomaar voorbijlopen aan een 3,5 meter hoog konijn van hooi. Voor zijn nieuwe project, met als werktitel De Gloeiige, verruilde Erik van Lieshout woon- en werkplaats Rotterdam tijdelijk voor zijn geboortedorp Deurne, een agrarisch dorp aan de Brabantse kant van de Peel dat de afgelopen jaren uitgroeide tot een brandpunt in het verzet tegen het stikstofbeleid. Van Lieshout bracht er een jaar door, maakte er opnames voor een nieuwe film, sculpturen van eieren en het konijn van hooi. Daarnaast zijn er handgemaakte t-shirts te koop die Van Lieshout zelf maakte in samenwerking met de Rotterdamse modeontwerper Jeroen van Tuyl.

“Heb je weleens in een stal met 1000 varkens gestaan?”, vraagt Erik van Lieshout ergens halverwege ons gesprek. Er volgt een korte stilte. “Kijk, dat is het punt, de stad en het platteland zijn twee werelden die niet mixen.” Dat is precies wat Van Lieshout wil doen met zijn project, de twee werelden met elkaar in contact brengen, en dat mag een beetje schuren. 

Erik van Lieshout | Fotograaf Suzanne Weenink

De Gloeiige 
Erik van Lieshouts nieuwste project ontleent zijn werktitel aan de regionale mythe van een geestverschijning die ‘s nachts werd waargenomen in moerassen en drassige heidevelden. In een versie van de sage is de geest een boer die gefraudeerd had met grenspalen. Na hun dood dolen de geesten rond en proberen ze in het reine te komen om daarna rust te vinden. 

Met De Gloeiige zit Van Lieshout weliswaar dicht op de politieke actualiteit, maar hij maakte al eerder werk over boerenprotesten. Zo was de uit de hand gelopen demonstratie voor het Friese provinciehuis in 2019 al eens het onderwerp van een grote collage van gekleurd vinyl, net als tractorprotesten in Den Haag het jaar daarna. 

Protest en ingaan tegen de status quo is een rode draad in Van Lieshouts werk. Dat is deels te herleiden tot zijn jeugd in Deurne waar de dorpspolitiek van oudsher wordt gedomineerd door de belangen van de varkens- en kippenboeren. Van Lieshouts ouders waren geen boer, waardoor hij een outsider bleef en een haat-liefdeverhouding bleef houden met de lokale boeren.

Zeer positief
“Het is echt een hardcore industrie en de boeren weten dat er iets moet veranderen”, vat Van Lieshout de situatie samen, “want de stront loopt je hier werkelijk de oren uit.” Met de film, die hij op dit moment aan het monteren is, hoopt hij de regio duurzaam te veranderen. Buiten boerenbedrijven is er namelijk weinig te doen in de Peel, vertelt Van Lieshout: “Er zijn geen fietspaden, mooie wandelroutes, espressobarretjes, en afgezien van de Wieger geen musea in de omgeving. Ik wil het gebied veranderen en activeren tot iets leuks”. Om die reden noemt Van Lieshout zijn project dan ook ‘zeer positief voor de boeren’.

Vanzelf ging het niet, want echt open voor een uitwisseling met een kunstenaar stonden de boeren niet. “Boeren zijn van nature al gesloten, maar ze zijn tegenwoordig extra op hun hoede voor media en dierenrechtenactivisten”. Voor De Gloeiige was het dus handig dat hij uit Deurne kwam en de taal spreekt. Van Lieshout speelde open kaart – “ze weten dat ik links en activistisch ben” – en won zo hun vertrouwen. Gaandeweg kreeg hij medewerking en mocht hij overal filmen. 

Wat ook hielp is dat de regio volgens Van Lieshout veel humor kent. Iets dat, ondanks de serieuze boodschap, niet ontbreekt in Van Lieshouts werk en in deze film. Bij de feestelijke afsluiting van het project daags na de Tweede Kamerverkiezingen – onder het genot van een kom erwtensoep en bier zou een van de hooien konijnen worden verbrand – kwam tot Van Lieshouts verbazing iedereen uit de buurt opdagen die aan het project had meegewerkt. 

Dat het af en toe schuurt is logisch, maar dat komt de film ten goede. Zo krijgt Van Lieshout verzamelaars en delegaties van musea op bezoek; hij brengt ze in contact met de boeren. Een ongemakkelijk samenzijn, al was het maar omdat een deel van de stedelingen vegetariër is. Zo onderstreept Van Lieshout zijn punt dat de stedeling en de boer elkaar nauwelijks tegenkomen of kennen.

Vreugdevuur van het Hooikonijn, Deurne, 23 november 2023 | Fotograaf Suzanne Weenink

Een metershoog konijn
Van Lieshout kaart niet alleen de gescheiden werelden van de stad en platteland aan, maar stelt ook de vraag: van wie is het land en wat mag je ermee doen? Hij kreeg de beschikking over een ruïne van een boerderij, eigendom van een veearts die net als Van Lieshout de streek verliet voor zijn studie. De veearts wil nu terugkeren om een laboratorium beginnen dat een serum voor slangenbeten ontwikkelt. Daarvoor zouden letterlijk proefkonijnen worden gebruikt. Het plan stuit op veel weerstand, niet alleen van activisten maar ook van de lokale boeren. 

In reactie daarop besloot Van Lieshout een metershoog konijn van sloophout bedekt met hooi te bouwen op het land van de veearts. Een provocerende reactie op de bouwwerken van hooi die boeren langs de weg zetten uit protest tegen het stikstofbeleid. 

Een andere plek die in de film een prominente rol speelt, is het gebied dat achter de ruïne ligt: een braakliggend terrein van 250 hectare. Ooit bedoeld om ontwikkeld te worden tot glastuinbouwgebied, maar daar kwam door de financiële crisis van 2008-2013 weinig van terecht. Wat er met het gebied moet gebeuren houdt de gemoederen in de gemeente dan ook bezig. Een deel van de bewoners wil dat er niks mee wordt gedaan, terwijl boeren in de omgeving er het liefst een mestvergistingsfabriek zien komen, zodat verder alles bij het oude kan blijven. 

Fotograaf Suzanne Weenink

Boerenkunst en t-shirts
Van de veearts mocht Van Lieshout alles wat hij in de ruïne aantrof gebruiken voor zijn werk. Planken, riemen, hooivorken en spades: hij verwerkte het allemaal in sculpturen. Het hoofdbestanddeel zijn echter de witte eierenschalen. De eieren kocht hij bij een lokale boer. Met een naald prikte Van Lieshout een gaatje en blies het struif eruit. De lege eieren verwerkte hij in een serie sculpturen die je volgens hem boerenkunst zou kunnen noemen. De beeldtaal verwijst in ieder geval naar het boerenbestaan en het katholicisme – de vergelijking met een rozenkrans is snel gemaakt bij een ketting van eierenschalen – twee pijlers die het bestaan in de regio richting gaven en geven. Een aantal van deze sculpturen is op Art Rotterdam te zien in de stand van Annet Gelink Gallery. 

Daarnaast is een zelfgemaakt t-shirt te koop, in een oplage van 50, dat voorkomt uit Van Lieshouts samenwerking met de Rotterdamse modeontwerper Jeroen van Tuyl. 

 Jeroen van Tuyl | Fotograaf Suzanne Weenink

Van Lieshout nam het logo van Van Tuyl, een soort masker, als uitgangspunt voor een tekening. Het werd een Mondriaan-achtige tekening met strakke lijnen van vinyl. Een uitvergrote versie daarvan zeefdrukte Van Lieshout samen met Van Tuyl op wit katoen. Elk shirt heeft zijn eigen -vaak dubbele- druk in typische rauwe Van Lieshout-stijl. Van Tuyl tekende voor het ontwerp. “Het in elkaar zetten is een heel precies werk, de hele familie is er voor ingezet en we zijn daar nog steeds mee bezig”, zegt Van Lieshout die hoopt de 50 shirts klaar te hebben voor Art Rotterdam. 

De uiteindelijke film met als werktitel ‘De Gloeïige’ wordt mede mogelijk gemaakt door Het Noordbrabants Museum en door het Mondriaan Fonds

Geschreven door Wouter van den Eijkel

Ontmoet de genomineerden voor de NN Art Award 2024 I: Maaike Kramer

N.O. (noordoostenwind)

Voor het achtste jaar op rij gaat de NN Art Award in 2024 naar een veelbelovende kunstenaar die hun werk toont tijdens Art Rotterdam. Nieuw, dit jaar, is de presentatie van het werk van de genomineerden. Zij exposeren niet in een stand op Art Rotterdam maar in de toonaangevende Kunsthal Rotterdam, van 1 februari tot en met 14 april 2024. De genomineerde kunstenaars voor de NN Art Award 2024 zijn Maaike Kramer (Art Gallery O-68), Mónica Mays (Prospects sectie van het Mondriaan Fonds), Jan van der Pol (CREMAN & DE ROOIJ) en Peim van der Sloot (Brinkman & Bergsma).

Het oeuvre van Maaike Kramer valt op door haar diverse materiaalgebruik, waaronder beton, metaal, grafiet, papier, steen en hout. Kramer combineert in haar praktijk robuuste, architecturale elementen met meer schetsmatige materialen. Dat resulteert in werken die vaak zwaar, massief en monumentaal zijn, maar ook licht, fragiel en onstabiel. Soms vertonen deze werken ook trompe-l’oeil effecten. Kramer verdiept zich in de dynamische interactie tussen deze diverse en op het eerste gezicht tegenstrijdige materialen: kunnen zij van elkaar leren of lenen? En welke relatie gaan de werken aan met de ruimtes waarin ze getoond worden?

Maaike Kramer in haar atelier

De kunstwerken van Kramer vertellen verhalen over het maakproces en reflecteren op de ruimtes die we creëren en bewonen. Ze nodigen uit om na te denken over de aard van constructie, over de rol van de mens in het vormgeven van onze omgeving en het contrast tussen de vergankelijkheid van ideeën en de duurzaamheid van materialen. Kramer benadrukt dit: “Ideeën zijn lang niet zo houdbaar als het materiaal waarin ze vastgelegd zijn.” Deze gedachte wordt soms weerspiegeld in haar praktijk, bijvoorbeeld wanneer schetsen letterlijk zijn geïntegreerd in het werk. Kramer: “Ik incorporeer verschillende stadia van het proces in mijn werk. Van het monumentale eindwerk tot het materiaal en werkwijzen die aan het maken voorafgaan. Denk aan schetsen, documentairefotografie, maquettes in combinatie met beton, staal en schaalvergroting. Tijdens het maken ontstaan er verschillende faseovergangen tussen de materialen en werkwijzen. Schetsen krijgen een sculpturale vertaling, worden gefotografeerd, geprint, vergroot, ingegoten en gekopieerd.”

Luxaflex

Zou je meer kunnen vertellen over het werk dat je presenteert op Art Rotterdam en in de Kunsthal? Wat heeft je ertoe gebracht om je te richten op keramiek in je nieuwere werk?
Mijn werk gaat over ruimtes, over architecturale ruimtes als metafoor voor ruimtes in je hoofd. Ik wilde ook de ruimte die we bewonen meer onderzoeken en had het gevoel dat dit een nieuw materiaal vereiste. Om deze reden heb ik me aangemeld voor het EKWC [European Ceramic Work Centre], waar ik afgelopen jaar een residentieprogramma van drie maanden heb gevolgd. Hier heb ik voor het eerst met keramiek gewerkt en ruimtes met de hand opgebouwd, zoekend naar manieren waarop vorm en materiaal samen een nieuwe betekenis aan de ruimte konden geven. Voor mij is materiaal namelijk een actief onderdeel van mijn verhaal; het materiaal maakt een transformatie door waardoor een verhaal verteld kan worden. Ik ben op het EKWC uiteindelijk gaan werken met verschillende kleisoorten met verschillende krimpfactoren, waardoor er tijdens de droging en in de oven vervormingen en scheuren ontstaan. Deze werken reflecteren op de ruimte achter de voordeur, een aantal werken gaan over de scheiding tussen binnen en buiten. Dit zijn werken die ik ‘luxaflex’ noem. Ik zal een aantal van deze luxaflex-sculpturen laten zien in de stand op Art Rotterdam. Hierbij wordt porselein verbonden aan grove zwarte klei. Daardoor ontstaat er een kant die naar buiten gericht is, porselein met een celadonglazuur, en een kant die naar binnen gericht is. Deze delen hebben invloed op elkaar. De grove binnenruimte zorgt ervoor dat de strakke porseleinen buitenkant vervormt. In de Kunsthal presenteer ik een grote sculptuur, gemaakt in het EKWC. Deze sculptuur verbeeldt ook een ruimte, eigenlijk een ‘slice’ uit een ruimte, waarin er een plek voor een spel is gecreëerd. Ik heb gekeken in welke ruimte in mijn eigen huis het gevoel van vrijheid en experiment het grootst is en kwam uit bij mijn schuurtje. In deze fictieve schuur zijn spelborden opgestapeld waarin strategieën kunnen worden uitgedacht, om deze mogelijkerwijs weer buiten de voordeur in de wereld te plaatsen. De ruimte is echter ook heel geïsoleerd, dus komen deze ideeën ook wel echt naar buiten, en zo ja: hoe? 

Platform

Wat zijn je plannen voor 2024? Waar werk je op dit moment aan? 
Ik ben nog niet klaar met het verkennen van keramiek en de betekenissen die klei in zich draagt. Ik ben daarnaast ook bezig met het maken van combinatiewerken, waarin verschillende materialen samenkomen. De stap om ruimtelijk te werken is nog relatief nieuw voor mij, tot voor kort maakte ik vooral platte reliëfs, gevouwen platen of platte gestapelde werken. Voor mijn tentoonstelling ‘The Unbalancing Act’ bij Drawing Centre Diepenheim in 2022 ben ik voor het eerst echte sculpturen gaan maken met een voor-, zij- en achterkant. 

Kun je beschrijven hoe je je voelde toen je hoorde dat je genomineerd was voor de NN Art Award? Welk project zou je meteen oppakken als je de award in de wacht zou slepen? 
Ik was ontzettend blij en verrast. Dit is namelijk de eerste keer dat mijn werk te zien is op Art Rotterdam — en dan ook meteen in de Kunsthal. Als ik de prijs daadwerkelijk zou winnen dan zou ik een investering doen in mijn atelier. Mijn atelier loopt op dit moment namelijk nog wat achter op mijn praktijk, die steeds meer sculpturaal wordt. Hiervoor is ruimte nodig, maar ook materiaal en gereedschap. Ik zou ontzettend graag een keramiekoven willen bijvoorbeeld. 

Time is an Endless Shelter

Wat is het beste advies dat je ooit gekregen hebt?
Misschien niet direct een advies, maar meer iets wat ik zelf ondervonden heb. Dat het maken van beeldend werk niet gaat over het succes van morgen, of die ene tentoonstelling. Maar dat je moet voelen dat je het werk moet maken, waarvoor dan ook. Ik heb ook veel jaren werk gemaakt dat niemand zag. Mijn werk werd voor het eerst tentoongesteld rond 2017, toen ik al een paar jaar werkzaam was. Maar dat geeft mij nu juist kracht, dat ik weet dat mijn innerlijke maakmotor wel blijft draaien. 

Wat is het meest bijzondere compliment dat je ooit kreeg over je werk? 
Dat het mensen raakt zonder dat ze er precies een vinger op kunnen leggen. Mijn werk is niet altijd direct in één blik te vangen of te begrijpen, maar er zit een soort onderbuikgevoel in, hoop ik. Het is een groot compliment als dat gebeurt. 

De uiteindelijke winnaar van de NN Art Award 2024 wordt op donderdag 1 februari om 20.00 uur bekendgemaakt in Kunsthal Rotterdam. Het werk van de genomineerden is daar nog te zien tot en met 14 april 2024. Tijdens Art Rotterdam is het werk van Maaike Kramer ook te zien in de stand van Art Gallery O-68.

Geschreven door Flor Linckens

Ana Zibelnik en Jakob Ganslmeier tonen het menselijk gezicht van klimaatverandering

Ana Zibelnik en Jakob Ganslmeier

Ana Zibelnik en Jakob Ganslmeier richten zich met hun langlopende project ‘Fault Line’ op de sociale gevolgen van de klimaatcrisis. Het project, dat in 2023 gelanceerd werd, is een verkenning van de diepgaande impact die klimaatverandering heeft op individuele levens in Europa, van klimaatangst en activisme tot populistische ontkenning van het probleem. Door het vastleggen van portretten van individuen geven de fotografen een menselijk gezicht aan een probleem dat vaak wat abstract aanvoelt. In het eerste deel van het project richten de kunstenaars zich specifiek op het psychologische fenomeen van klimaatangst, dat vooral veel voorkomt bij jongeren die zichzelf geconfronteerd zien met een onzekere toekomst. Het project is op dit moment te zien in Fotomuseum Den Haag (tot en met 31 maart 2024).

From the series: Fault Line

Ana Zibelnik en Jakob Ganslmeier presenteren ‘Fault Line’ ook op Prospects: een initiatief van het Mondriaan Fonds, waarbij het werk van 86 kunstenaars wordt getoond die in 2022 een financiële bijdrage kregen om een start te maken met hun carrière. Het aanbod varieert van fotografie tot textielwerken, van video tot schilderijen, en van performances tot sculpturen. Samensteller van de tentoonstelling is curator Johan Gustavsson, in samenwerking met curator Louise Bjeldbak Henriksen.

From the series: Fault Line

Wanneer we nadenken over klimaatverandering dan vallen we vaak in één van twee extremen: ofwel zijn we te optimistisch, in de veronderstelling dat technologie ons wel zal redden, ofwel te pessimistisch, geobsedeerd door het idee dat elk stukje plastic dat we ooit gebruikt hebben nog ergens rondzwerft. In het laatste geval raken we verlamd en distantiëren we ons van het probleem, omdat we denken dat we er toch niets aan kunnen veranderen. Velen van ons zijn ontevreden over het minimale effect van onze individuele acties (zoals recyclen of geen auto gebruiken) op het grote geheel, over de onwil van machtige politici om betekenisvolle veranderingen door te voeren, en een politieke verschuiving naar rechts in veel landen. Het probleem voelt te groot, te abstract. Maar kunstenaars hebben het vermogen om onze verbeelding te vormen, te beïnvloeden en concreet te maken.

From the series: Fault Line

De kunstenaars Ana Zibelnik en Jakob Ganslmeier zeggen daarover: ”Beelden beïnvloeden de manier waarop mensen denken over maatschappelijke kwesties. Ze hebben een emotionele impact en kunnen ons stimuleren om meningen te vormen en tot actie over te gaan. Beelden van hevige milieuschade worden vaak van een afstand genomen — met drones of gericht op de algehele omvang van natuurlijke en infrastructurele schade. Wat ons interesseert, is een diepgaander onderzoek naar dergelijke situaties — hoe beïnvloeden extreme klimaatgebeurtenissen mensen op individueel niveau? Hoe draagt de angst die uit dergelijke situaties voortkomt bij aan het ontstaan van haatdragende ideologieën?”

From the series: Fault Line

In ‘Fault Line’ belichten de kunstenaars hoe klimaatangst verlammend kan werken, maar ook een prikkel kan zijn om tot actie over te gaan. Hun werk omvat onder meer samenwerkingen met jonge klimaatactivisten in Italië en confrontaties met Italiaanse beleidsmakers die klimaatverandering ontkennen. Tijdens hun reizen door Italië documenteerden ze de gevolgen van hevige regenval en overstromingen, maar ook de zware bosbranden bij de Griekse grens met Turkije, de grootste bosbrand die Europa ooit gekend heeft. Daarnaast spraken ze onder meer met klimaatvluchtelingen en met David Yambio, mensenrechtenactivist en oprichter van Refugees in Libya.

From the series: Fault Line

‘Fault Line’ biedt een diepgaande verkenning van de klimaatcrisis en haar sociale impact. Het is niet alleen een artistiek project, maar ook een maatschappelijk statement. Het benadrukt de noodzaak van actie en bewustwording in een tijd waarin de gevolgen van de klimaatcrisis steeds tastbaarder worden. Zibelnik en Ganslmeier stellen kritische vragen over hoe de klimaatcrisis — en de versnellende reeks rampen — individuele levens beïnvloedt en hoe dit bijdraagt aan de verergering van sociale en politieke polarisatie.

From the series: Fault Line

Ana Zibelnik werd in 1995 geboren in Ljubljana in Slovenië en concentreert zich in haar werk op thema’s als klimaatopwarming, klimaatangst en de sociale implicaties daarvan. En welke rol speelt witte suprematie in de klimaatcrisis? De Duitse kunstenaar Jakob Ganslmeier (1990) is geïnteresseerd in de visualisering van radicale ideologieën en de manieren waarop beeldende kunst een middel kan zijn om radicale ideeen tegen te gaan en gesprekken te starten over maatschappelijke kwesties met conflicterende perspectieven.

‘Fault Line’ van Ana Zibelnik en Jakob Ganslmeier is tijdens Art Rotterdam te zien in de Prospects sectie.

Geschreven door Flor Linckens

Speciale presentatie ‘Best of Graduates Legacy – Galerie Ron Mandos 25 jaar’ tijdens Art Rotterdam 2024

Marcos Kueh, Woven Scroll Under God’s Eye, 410 x 170 cm, Polyester, 8 colors, 2023

Galerie Ron Mandos viert op Art Rotterdam 2024 haar 25-jarige jubileum en pakt groots uit met de ‘Best of Graduates Legacy – 25 Years Galerie Ron Mandos’, een presentatie van 25 jonge kunstenaars die de afgelopen 5 jaar deelnamen aan het Best of Graduates programma in de galerie. Naast een springplank voor jong talent, vertegenwoordigt Galerie Ron Mandos ruim dertig gerenommeerde kunstenaars als Isaac Julien, Hans Op de Beeck, Esiri Erheriene-Essi, Mohau Modisakeng en Atelier van Lieshout. Samen met de oprichter en drijvende kracht achter de galerie, Ron Mandos, staat Art Rotterdam stil bij deze topprestatie. En we blikken vooruit naar de grootschalige stand die te bewonderen is tijdens Art Rotterdam, met een speciaal ontwerp van Tom Postma Design. Mandos: “Zonder jong artistiek talent heeft de kunstwereld geen toekomst. Daarom vind ik het zo belangrijk om de carrièreontwikkeling van jonge kunstenaars te stimuleren.”

Best of Graduates 2023, kunstenaars BOG, team Galerie Ron Mandos en Joop van Caldenborgh, Foto door Almicheal Fraay

Het is 25 jaar geleden dat jij Galerie Ron Mandos startte, van harte gefeliciteerd met deze indrukwekkende mijlpaal. Inmiddels behoort de galerie tot de internationale top. Wat is volgens jou de succesformule?
De sleutel tot succes ligt in de volledige toewijding aan kunst waar ik persoonlijk volledig achter sta. Hierbij laat ik me niet leiden door trends of bekende namen. Mijn aanpak omvat het tonen van een boeiende mix van gevestigde kunstenaars en opkomend talent. Zelfs de gerenommeerde kunstenaars die ik vertegenwoordig, zoals Hans Op de Beeck en Isaac Julien, waarderen het dat ik actief investeer in opkomende kunstenaars. Waarschijnlijk omdat zij zelf ook lesgeven aan academies.

Vanaf het moment dat iemand mijn galerie betreedt tot het kunstwerk bij de koper thuis wordt afgeleverd staat een goede service centraal. Maar ook presentatie en inhoud staan centraal want kopers moeten de ruimte krijgen om emotioneel te binden met een kunstwerk. 

Misschien wel het allerbelangrijkste: mijn kunstenaars hebben altijd topprioriteit. Ik zet me dag en nacht voor hen in. Door het jaar heen nemen we deel aan 7-8 internationale beurzen. Ik bied ze een wereldwijd platform en daag ze voortdurend uit om hun beste werken te creëren. Tegelijkertijd bied ik ze ook de ruimte om bijzondere presentaties te maken. Mijn galerie begon ooit in Rotterdam als een projectruimte. Ik werd geïnspireerd door de Chambre d’Amis van de bekende Belgische curator en museumdirecteur Jan Hoet, die kunstenaars uitnodigde om kunst in een huiselijke setting te presenteren. Deze inspiratie blijft aanwezig in mijn streven om kunstenaars de vrijheid te geven om mijn galerie volledig te transformeren naar hun artistieke wereld.

Bart Pols, Oost, west 2, Hout, houtlijm, zaagschoenen, beton, 2023

Welk doel had je voor ogen bij de oprichting van de Best of Graduates in 2008?
Het voornaamste doel is om jong artistiek talent een platform te bieden zodat zij zich verder kunnen ontwikkelen. Zonder jong artistiek talent heeft de kunstwereld geen toekomst. Daarom vind ik het zo belangrijk om de carrièreontwikkeling van jonge kunstenaars te stimuleren. Sinds 2008 reizen we, mijn galerie team en curator Radek Vana, langs alle kunstacademies in Nederland om de afstudeer projecten te bekijken. De meest vernieuwende presentaties vanuit Groningen tot aan Maastricht brengen we naar Amsterdam om aan een groot publiek te brengen. Daarom heb ik in 2018 de Young Blood Foundation opgericht, zodat we de ontwikkeling van jonge kunstenaars kunnen voortzetten. Jaarlijks reikt Joop van Caldenborgh, oprichter van Museum Voorlinden, de Young Blood Award uit aan een kunstenaar wiens werk een plek krijgt in de vaste collectie. 

Tijdens Art Rotterdam 2024 zet je 25 kunstenaars van de Best of Graduates van de afgelopen 5 jaar in de spotlights. Kan je (een aantal van) deze kunstenaars en hun kunstwerken toelichten?
Onze ‘Best of Graduates Legacy’ op Art Rotterdam omvat een diverse mix van kunstenaars, zoals gebruikelijk bij een Best of Graduates presentatie. We presenteren onder andere nieuwe schilderijen van Matias Salgado (Young Blood Award winnaar van 2023), sculpturen van Bart Pols (Best of Graduates 2021), videokunstwerken van Thom van Rijckevorsel (Best of Graduates 2019), textielwerken van Marcos Kueh (Young Blood Award winnaar van 2022) en keramiekwerken van Anni Mertens (Best of Graduates 2019). Ik wil graag de veelzijdigheid van deze kunstenaars benadrukken. Het inspireert mij iedere dag opnieuw hoe deze kunstenaars met verschillende technieken zo vernieuwend kunnen zijn. 

Thom van Rijckevorsel, What I Need to Know (Film still), Video (loop) 5 min 24 sec, 2018

Kan je een tipje van de sluier oplichten van de stand presentatie tijdens Art Rotterdam?
Het belooft een verrassende presentatie te worden. Samen met directeur Fons Hof heb ik gekeken naar een bijzondere stand die groter is dan normaal. We zijn van plan een stand van 100 vierkante meter te creëren, echt een geschenk aan de jonge kunstenaars die we een platform willen bieden. Het ontwerp is afkomstig van Tom Postma en zijn fantastische team, die altijd verbluffende ontwerpen realiseren voor toonaangevende beurzen zoals Art Basel, Tefaf en andere bijzondere evenementen. De stand springt in het oog door het hoogwaardige design van Postma en de gevarieerde kunst van de jonge makers.  

Matias Salgado, Sitting man reading the newspaper, Acrylic and oil on canvas, 170 x 130 cm, 2023

Wat maakt Art Rotterdam onderscheidend ten opzichte van andere beurzen waaraan Galerie Ron Mandos deelneemt? Welke ontwikkelingen zijn jou opgevallen binnen de Rotterdamse kunstscene?
Rotterdam is mijn geboortestad; voor mij voelt Art Rotterdam als thuiskomen. Mijn galerie is 25 jaar geleden gestart in Rotterdam, en vanaf het begin zijn we nauw verbonden met deze beurs. Er wordt weleens gezegd dat er in Rotterdam hard wordt gewerkt en in Amsterdam het geld wordt uitgegeven, maar gelukkig zien we daar verandering in. Door de jaren heen zijn er prachtige nieuwe initiatieven ontstaan, zoals BRUTUS waarbij kunstmakers carte blanche krijgen om te experimenteren. Sinds een aantal jaren is er een samenwerking met de Ron Mandos Young Blood Foundation die elk jaar een kunstenaar selecteert die vervolgens een periode kan werken in deze boeiende kunst setting. Ook de initiatieven op Art Rotterdam, zoals ‘Prospects’, dat jaarlijks ruim tachtig kunstenaars toont die een financiële bijdrage van het Mondriaan Fonds hebben gehad, is een prachtig voorbeeld van een podium voor opkomend talent tijdens de beurs. En aan de ‘New Art Section’ nemen nieuwe galeries deel met speciale aandacht voor jonge kunstenaars. Door dit soort initiatieven blijft Rotterdam zich profileren als een bruisende creatieve stad die altijd in ontwikkeling is. Art Rotterdam levert daar een onmisbare bijdrage aan. 

Anni Mertens, Ceramic sculpture, 2023, Foto door Jonas Eiden

‘Best of Graduates Legacy – Galerie Ron Mandos 25 jaar’ is van 1 t/m 4 februari 2024 te zien tijdens Art Rotterdam in de Van Nelle Fabriek. Met een besloten preview op 31 januari.

Best of Graduates Legacy wordt genereus ondersteund door Art Rotterdam, Vormmakers, Tom Postma en de VandenEnde Foundation.

Geschreven door Pienk de Gaay Fortman 

De synthese van het digitale en het analoge in het werk van Róbert Batykó

Portrait of Róbert Batykó, October 2023, Haarlem, The Netherlands, Photo credit: Peter Lipton

acb Gallery uit Boedapest presenteert op Art Rotterdam werk van de Hongaarse kunstenaar Róbert Batykó in de New Art Section. Hij zal er zijn nieuwste serie olieverfschilderijen en collages tentoonstellen, deels gemaakt in zijn atelier in Haarlem als onderdeel van een residentieprogramma bij gastatelier Doc4.

Batykó combineert traditionele technieken met digitale invloeden in zijn werk. Zijn stijl wordt gekenmerkt door het mechanisch schrapen van verf over het doek in de laatste fase van het proces, resulterend in een ultradunne verflaag. De kunstenaar maakt hiervoor gebruik van een zelfgebouwde machine, een combinatie van een pers en een mes. Hij laat zich hierbij telkens verrassen door het eindresultaat, waar hij maar deels invloed op kan uitoefenen.

Róbert Batykó works Artist in residency DOC 4 and guest studio VOL22 with 37PK. Haarlem, The Netherlands, November 2023. Foto Peter Lipton

De praktijk van Batykó bevindt zich op het snijvlak tussen abstractie en realisme, tussen het digitale en het tastbare. Hij transformeert digitale beelden in vaak grootschalige schilderijen, die af en toe doen denken aan software-interfaces. De kunstenaar maakt voor zijn werken onder meer gebruik van gevonden objecten zoals verpakkingsmaterialen, oude VHS-banden en tijdschriften, maar ook van stap-voor-stap illustraties uit handleidingen voor het maken van vector-tekeningen. Hij is vooral geïnteresseerd in vormen en transformeert deze materialen door ze uit hun oorspronkelijke context te halen. Voor dit deel van het proces gebruikt hij stencils en snijplotters.

Róbert Batykó works Artist in residency DOC 4 and guest studio VOL22 with 37PK. Haarlem, The Netherlands, November 2023. Foto Peter Lipton

De resulterende composities ogen soms vreemd en ietwat surreëel, maar zijn ook herkenbaar. De figuren in zijn nieuwste werken zijn niet menselijk, maar lijken wel antropomorfe kwaliteiten te hebben. Ze hebben een zekere mate van abstractie, maar zijn tegelijkertijd duidelijk figuratief. De kijker krijgt daarbij de vrijheid om hun eigen interpretaties los te laten op het beeld. 

Róbert Batykó works Artist in residency DOC 4 and guest studio VOL22 with 37PK. Haarlem, The Netherlands, November 2023. Foto Peter Lipton

De praktijk van de kunstenaar wordt geïnformeerd door thema’s als onze consumptiecultuur — en de visuele aantrekkingskracht daarvan —, de productie en manipulatie van digitale beelden, het digitale beeldvormingsproces en het zogenaamde ‘technologische onderbewustzijn’.

Róbert Batykó works Artist in residency DOC 4 and guest studio VOL22 with 37PK. Haarlem, The Netherlands, November 2023. Foto Peter Lipton

Batykó studeerde schilderkunst aan de Hungarian University of Fine Arts in Boedapest, gevolgd door een DLA (Doctor of Liberal Arts) programma aan de University of Pécs. Zijn werk is onder meer opgenomen in de collecties van de Hungarian National Gallery (Magyar Nemzeti Galéria) en het hedendaagse Ludwig Museum in Boedapest. In 2022 was zijn werk te zien in een groepstentoonstelling in MODEM (Centre for Modern and Contemporary Arts) in de Hongaarse stad Debrecen. Hij sleepte verschillende awards in de wacht, waaronder een Strabag Art Award (2007), een Leopold Bloom Art Award (2011) en een Hungary Emerging Prize (2018). De kunstenaar heeft enkele jaren in Nederland gewoond en gewerkt.

Het werk van Róbert Batykó zal tijdens Art Rotterdam te zien zijn in de New Art Section, gepresenteerd door acb Gallery uit Boedapest.

Geschreven door Flor Linckens

Op zoek naar de juiste golf in tijd en ruimte

Louise Delanghe in haar atelier

Interview met Louise Delanghe

“Als schilderkunst de zee is, dan wil ik de ultieme surfer zijn.” Iedere beslissing en iedere afweging moet voor de Belgische kunstenaar Louise Delanghe (BE, 1994) zichtbaar zijn, want daarin schuilt voor haar de poëzie van een werk. 

Delanghe geldt als groot schildertalent en in haar werk hopt ze van genre naar genre: van portretten ten voeten uit, tot werk op karton en van klassieke naakten tot werk met teksten erop. Pizza Gallery toont op Art Rotterdam een overzicht van werk dat Delanghe tot nu toe maakte. Daarnaast is er werk te zien uit haar nieuwste serie Weeping Wham die ze omschrijft als: “De ongrijpbare schoonheid van de kers op een veel te zoete slagroomtaart”.

Weeping Wham Fig. 2, 89×24 cm, oil & lacquer on canvas/ cardboard, 2023 

Gefeliciteerd met je presentatie op Art Rotterdam. Wat kunnen we verwachten?  
Bedankt! Kleur is het trekpaard in mijn werk, een obsessie, vreugde en beproeving tegelijkertijd. Het is het bindmiddel die de gelaagdheid aan verhalen en personages in mijn schilderijen met elkaar verbinden. Op Art Rotterdam wil ik dit graag accentueren met een eclectische mix uit verschillende periodes van mijn traject. Voor vele bezoekers zal het een eerste kennismaking met mijn werk zijn, het is mijn intentie een exciterend geheel neer te zetten op de beurs.

Is het een logisch vervolg op Boulevard Angel, jouw expo van eerder dit jaar bij Pizza Gallery, of ben je een nieuw project aangevangen? 
Ik toon grotendeels recent werk, de reeks belichaamt een opeenvolging van staande figuren en bustes met een indringende tedere blik. Een tijd geleden viel mijn oog op een schilderij van William-Adolphe Bouguereau dat ik vond op internet, getiteld ‘The Little Shepherdess. 

Naast zijn minder interessante Bijbelse taferelen heeft hij een leven lang gewijd aan het schilderen van vrouwelijke figuren, die allen eenzelfde specifieke uitstraling hebben. Een buitengewoon kwetsbare, romantische, mijmerende, melancholische, soms bezwerende expressie. Een soort rom-com “Avant la lettre”, een gevoel dat me in het dagelijks leven ook soms ongewild kan meeslepen, het raakte me. 

De Little Sheperdess was de toorts die een hele waaier aan andere voorbeelden aan het licht bracht. Dit resulteerde in een nieuwe reeks schilderijen getiteld ‘Weeping Wham’. De ongrijpbare schoonheid van de kers op een veel te zoete slagroomtaart kan een omschrijving zijn van wat de toeschouwer te zien zal krijgen. Ik hoop dat de werken een zekere spitante breekbaarheid oproepen waarmee mensen zich kunnen identificeren. 

Field recording, 30×46 cm, oil on wood, 2023

Voor Boulevard Angel maakte je onder meer kleinere schilderijen op afvalhout. Waarom wilde je juist afvalhout gebruiken en is experimenteren met dragers iets dat je graag doet? 
De schilderijen in de Boulevard Angel show zijn op drie verschillende plekken in Zuid-Frankrijk tot stand gekomen, het en plein air schilderen was voor mij een openbaring. Als kind heb ik een periode dichtbij Nuenen gewoond, het dorp waar Vincent van Gogh zijn aardappeleters schilderde. Vincent was mijn eerste aanraking met schilderkunst, daarom was het extra bijzonder om in de streek rond Arles te werken en in zijn zuiderse voetsporen te treden. De natuur doet je anders denken en handelen, het voelde niet juist aan om prefab doeken te kopen, het moest een drager worden die al een verleden had. 

Zo stuitte ik op een handelaar in Saint-Andiol, een nogal ruig type. Hij kocht loten op in India waarvan de inhoud altijd een gok was. Een deel ervan waren handgemaakte meubels, objecten en curiosa met een koloniaal verleden, de rest waren hout residuen van gedeconstrueerde vervallen gebouwen, sommige nog met prachtig handgeschilderde motieven. De stukken hout waren geselecteerd op het formaat van mijn schildersezel zo ook het gewicht ervan aangezien alles het landschap mee moest ingedragen worden. Na wat onderhandelen, handje contantje, een beetje in ’t zak gezet geweest te zijn was het startschot gegeven.

Mijn gedachten gingen vaak uit naar al de impressionisten die in open lucht schilderden. Je bent onderhevig aan de weersomstandigheden, vooral de kracht van de mistral die in deze streek door het landschap raast heeft mijn richting een aantal keer op lachwekkende wijze  bepaald. Ik moest sneller en anders gaan schilderen dan in een studio, in 1 beweging, een momentopname. Het toeval bracht me naar de drager of omgekeerd, en zo is het meestal. 

It seems that I must do a nude Fig. 1, dimensions variable, oil & lacquer on canvas, 2022 

Als ik je Instagram bekijk, dan lijkt je werk alle kanten op te gaan: van portretten ten voeten uit, tot werk op karton en van klassieke naakten tot werk met teksten erop. Is er volgens jou een rode draad te ontdekken in je werk? 
Ik vermoed dat snel schakelen geworteld zit in mijn karakter, een hopper zoals ze zeggen. Onrust daalt over me heen als ik te lang visueel en verbaal eenzelfde richting bewandel, een gezonde dosis chaos dat zich doortrekt als ik aan ’t werkt ben. Als schilderkunst de zee is dan wil ik de ultieme surfer zijn, steeds zoekend naar de juiste golf in tijd en ruimte. Ik wil dat elk gebaar en moment van beslissing voelbaar is mijn schilderijen.

Gratitude, Fuck, 58×100 cm, oil on canvas, 2023

Waarom is juist dat belangrijk voor je?
Het is een gevoel waar ik zelf ook naar op zoek ben als ik voor een werk sta. Een onlosmakelijke toets die een beeld eigen maakt, net daar schuilt volgens mij de poëzie. 

Je bent nu 29 en staat nog aan het begin van je carrière. Wat hoop je de komende vijf jaar te bereiken? 
Ik ben ervan overtuigd dat als je iets gepassioneerd doet er altijd dingen ten gepaste tijde je pad kruisen. De komende vijf jaar blijf ik vooral mijn eigen koers volgen, overal waar de wind mijn werk heen blaast. 

Geschreven door Wouter van den Eijkel

Chaos verstopt achter vrolijke taferelen

Sam Hersbach over het belang van vergaderruimtes en plinten voor zijn kunstenaarschap

Foto: Jonathan de Waart bij Christies Amsterdam

“Er komt steeds meer van de werkelijkheid in mijn schilderijen”, zegt Sam Hersbach, de schilder die naam maakte met schilderijen waarop nog wel eens een draak of alien opdook. Voor zijn presentatie op Prospects vormde de vergaderruimte van het Mondriaan Fonds het vertrekpunt. Ook de Distributiehal waar Prospects plaatsvindt, figureert in een van zijn werken. Het zijn twee ruimtes die belangrijk zijn voor zijn kunstenaarschap. Zoals we van hem gewend zijn zet Hersbach de ruimtes naar zijn hand en nemen schimmen en planten de doeken over. Ook maakt Hersbach weer een plint onder de werken, volgens hem een goede manier om een extra laag informatie en fantasie toe te voegen aan het geheel. 

Gefeliciteerd met je presentatie op Prospects. Wat krijgen we te zien?
Hartelijke dank! Op Prospects laat ik een serie schilderijen en een gegraveerde plint zien. Ik schilder de vergaderruimte van het Mondriaan Fonds na, ook maak ik een schilderij van de tentoonstellingsruimte van Prospects in de Van Nelle fabriek. Op basis van de digitale driedimensionale schets van het architectenbureau, verbeeld ik de Prospects-ruimte, voordat de ruimte is gerealiseerd. 

Tevens maak ik een schilderij waarin ik deze ruimtes combineer met fantasievolle wezens, realistische zelfportretten, verschillende schaalaanduidingen – soms is iets 1 cm en de andere keer 10 kilometer -, afbeeldingen die ik gefotografeerd heb van een wilde zee en tekeningen van drones, periscopen, muggen en andere dieren. Ook gebruik ik zelfgemaakt pigment, bijvoorbeeld van gedroogde bloemen uit de tuin van mijn ateliergebouw, onkruid uit mijn straat of planten die een verbinding aangaan met de geschilderde ruimte.

Daarnaast komt er een plint onder de werken, een die meer wegvalt in de ruimte en gegraveerd is met tekeningen en teksten. Een extra laag ter communicatie, afbeelding en verbeelding. 

Mondriaan Fund Kunstenaar Start Meeting Room, 30 x 40 cm, 2023
                                               

Waarom besloot je een vergaderruimte te schilderen?  
Normaliter beginnen mijn werken bij een concept en bouw ik het op uit verschillende lagen fantasie en realiteit; drones, onderzeeërs, diepzeedieren, verdwaalde mensen te midden van alienachtige megavlinders etc.

Bij de serie over vergaderruimtes is het startpunt een bestaande ruimte. Ruimtes die belangrijk zijn voor het kunstenaarschap en de tentoonstellingen. Mijn atelierruimte, expositieruimtes: ze huisvesten allemaal een eigen verhaal.

De ruimtes transformeren, er lopen wezens, en schimmen en planten nemen het doek over. Ze citeren invloedrijke omgevingen, voor mij of (kunst) in het algemeen. De vergaderruimte is zeer belangrijk geweest in mijn proces naar Prospects, het is een essentiële plek voor mijn deelname aan de tentoonstelling.

Tevens is dit de laatste keer dat Prospects in de Van Nelle fabriek te zien is. Het is een ruimte die al aan zoveel mensen een podium heeft geboden.  

Kleine plint, Dordrechts Museum

Je maakt tegenwoordig ook werken op plinten. Nu willen schilders in de regel graag steeds grotere doeken maken, maar dit is een bescheiden oppervlak. Hoe kwam je op dit idee?  
De plinten zijn ontstaan uit de muurschilderingen die ik een aantal keer heb gemaakt. Ik kreeg de vraag om op zoek te gaan naar nieuwe dragers om verhalen te vertellen. 

Een muurschildering is al een stuk meer verbonden met de architectuur dan een conventioneel schilderij. Het gaat op in de ruimte. Een plint is dan een vervolgstap. In een plint kun je bronvermeldingen schrijven, schetsen laten zien of titels graveren. Ten opzichte van een conventioneel schilderij is een plint een veel minder een dominante drager. Tevens is het een manier om een extra laag informatie en ‘fantasie’ toe te voegen aan het geheel.

Terugkerende thema’s in je werk zijn machtsverschillen en de hoogmoed van de mens als het gaat om technologische ontwikkelingen. Speelt dat ook nog een rol in je meest recente werk? 
Mijn werk heeft zich door de jaren heen ontwikkeld en verdiept in meerdere thema’s. Technologische ontwikkelingen, zoals de door Nederland aangekochte Reaper Q9-drones voor onderzeeërs en genetisch gemodificeerde muggen, duiken op in mijn werken. Daarnaast speelt de verf een belangrijke rol. De emotie in de verf en schildertoets, de lichtinval en de gekozen pigmenten gaan een gesprek aan met de achterliggende verhalen. 

Tussen de plint en het conventionele schilderij zit ook een machtsverhouding van informatieverschaffing en traditie in de kunst. De traditie van een geïsoleerd doek in een ruimte, het whitecube-idee van kunst, zeg maar, staat haaks op een element dat meer in de ruimte opgaat.

Ik vroeg me ook af: schuilt er achter die nadruk op machtsverhoudingen nog een breder verhaal dat je wilt vertellen?  
De werken hebben lagen fantasie en lagen werkelijkheid: van conventionele fantasiefiguren tot figuren geïnspireerd op de werkelijkheid.

Per tentoonstelling verschillen de werken, de ene keer niet-bestaande berglandschappen, de andere keer gaan ze een verhouding met de tentoonstellingsruimte of prijs aan.

Om een voorbeeld te noemen, voor de Ary Scheffer-prijs (Samen met Afra Eisma en Niek Hendrix) in het Dordrechts Museum, heb ik werk gemaakt over de moeder van Ary Scheffer, Cornelia Scheffer-Lamme. Zij maakte prachtige werken, maar is helaas veel minder beroemd dan haar zoon. Ik had de eer en het geluk om werk over haar en haar zoon te maken, ter ere van Cornelia Scheffer-Lamme haar werk en moederschap/ouderschap in het algemeen. Ook mocht ik werk uit het depot halen en naast mijn werk hangen om zo een tentoonstelling te cureren.

Wat je werk ook typeert is een zekere relativerende humor. Waarom zet je dat vaak in? Mijn werk is net als een comedy, ernstig doch humorvol. Het is chaos verstopt achter vrolijke taferelen, prettige kleuren met angstige figuren. Er moet evenwicht in de werken zitten. Ze moeten tegelijk toegankelijk en afstotend zijn.

Volgens mij je beeldtaal de afgelopen jaren concreter en alledaagser geworden. Voorheen dook er wel eens een draak op in je werk, maar op de doeken die ik van de zomer zag, stonden onder andere Andre Hazes en een Face time-gesprek. Onderschrijf je die observatie en is er een reden voor dat je nu meer alledaagse onderwerpen schildert?
Er komt steeds meer van de werkelijkheid in mijn schilderijen. Het zijn zelfportretten, historische figuren, de zijn foto’s van mijn atelier en andere elementen ter inspiratie bestaan echt.

Andre Hazes was oorspronkelijk voor een tentoonstelling gemaakt ter ere van een transporteur die een groot Hazes-fan is. Ik heb een Hazes geschilderd, die voor de helft een berg is en zijn microfoon naar het heelal richt, alsof hij ruimtegeluiden wil opnemen. Klanken uit het grootse heelal, van ver weg van onze kleine aardbol.  

Afgelopen jaar ontving je een beurs van het Mondriaan Fonds. Is er een project dat je hebt kunnen uitvoeren door de beurs, dat je anders niet had kunnen doen?
Als kunstenaar heb ik altijd de drive werk te maken met de middelen die ik heb, maar de Start-beurs van het Mondriaan Fonds geeft mij vrijheid om aan projecten te werken. Ik kon er niet alleen het materiaal van kopen, maar door de beurs kwam ik ook in contact met andere kunstenaars, en door de Prospects-tentoonstelling word je werk ook onder de aandacht gebracht.  

Tevens helpt het schrijven van zo’n aanvraag je in te zoomen op je projecten en tot de essentie te komen. Deze beurs heeft mij enorm geholpen en is essentieel geweest in mijn onderzoek en ontwikkeling. 

Je bent nu 28, hebt Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst al op zak, de Ateliers afgerond en afgelopen jaar ontving je een beurs van het Mondriaan fonds. Wat zijn je plannen voor de komende vijf jaar?   
Graag richt ik mij op verdere inhoudelijke verbetering van mijn werk, met nog meer zelfgemaakte pigmenten en andere materialen. Daarnaast wil ik me richten op internationalisering, bijvoorbeeld door mij aan te melden voor residencies en in het buitenland tentoon te stellen.

Wat ik op De Ateliers heb geleerd, is dat je zo veel kunt leren van andere mensen van over de gehele wereld. Het was fantastisch om niet alleen verschillende tutoren te ontmoeten, maar ook de mede-participanten. Elke kunstwereld is anders, net als elke geschiedenis en ieder discours. Daarom wil ik mijn werk graag tonen in verschillende contexten en laten groeien door te leren van verschillende mensen en locaties. 

Geschreven door Wouter den van Eijkel

De persoonlijke en gelaagde portretten van Luo Yang

Luo Yang – Xu Ladi 徐拉蒂, 2017


Migrant Bird Space, een kunststichting en galerie die gevestigd is in Berlijn en Peking, presenteert op Art Rotterdam werk van Luo Yang. Deze kunstenaar werd in de jaren 80 geboren in de Liaoning provincie in China en haar werk is een unieke combinatie van zorgvuldig geënsceneerde portretten met een rauwe, onscherpe en snapshot-achtige look. Deze foto’s tonen de kracht, de kwetsbaarheid en het innerlijke leven van haar onderwerpen, veelal jonge mensen die opgroeien in een snel veranderend China. Ze portretteert deze jonge individuen op zo’n manier dat dat wat hen uniek maakt — hun stijl, uiterlijk, tattoos, eigenzinnige blik of persoonlijkheid — goed belicht wordt. Voor de kunstenaar vormt deze verdieping in het leven van anderen ook een manier om haar eigen leven beter te begrijpen. Haar werk heeft daarmee zowel een autobiografisch als een maatschappijbreed aspect. Sommige mensen, waaronder haar vrienden, volgde ze voor langere tijd waardoor er een bepaalde evolutie of groei zichtbaar wordt — een groei die haar eigen groei spiegelde. Daarnaast vereeuwigt ze vrienden van vrienden, vreemden die ze op straat tegenkomt of mensen die ze op het internet leerde kennen.

In haar centrale doorlopende reeks ‘GIRLS’ (2017-) legt Yang de nuances en complexiteit vast van het vrouw-zijn in het hedendaagse China, waarbij ze thema’s als jeugd, het naakte lichaam en vrouwelijkheid onderzoekt. Ze fotografeert daarvoor vrouwen uit verschillende generaties en van verschillende achtergronden. Deze vrouwen zijn kwetsbaar, maar ook zelfbewust en cool. Samen belichamen ze een cultuur die afwijkt van dominante conservatieve verwachtingspatronen en stereotypen. Het is daarbij belangrijk om op te merken dat het niet zozeer haar bedoeling is om hierin Westerse verwachtingen mee te nemen. In het Westen wordt kunst uit China bijvoorbeeld vaak bekeken vanuit een westerse ‘gaze’ (lens of blik), gebaseerd op bepaalde ideeën over hoe China en haar bevolking eruitziet. In een interview uit 2018 met METAL Magazine merkte de kunstenaar op dat “mensen in China mijn foto’s zien als een getrouwe weergave van het leven van meisjes, simpelweg zoals ze zijn. Terwijl mijn werken in het Westen onvermijdelijk worden geïnterpreteerd vanuit een politiek of feministisch perspectief, wat helemaal niet mijn bedoeling is.” Tegelijkertijd laten haar foto’s ook een rauwer en minder gepolijst beeld zien dan bijvoorbeeld de K-popsterren die over de hele wereld populair zijn, waaronder ook in China. In 2017, tien jaar nadat ze de serie startte, bracht Yang de monografie GIRLS uit.

Cheng Zi, 2017



Kenmerkend voor het werk van Yang is haar vermogen om een intieme band met haar onderwerpen op te bouwen. Deze connectie en empathie is duidelijk zichtbaar in haar gevoelige foto’s, waarbij de modellen vaak recht in de camera kijken: een directe, openhartige en haast wederkerige uitwisseling tussen onderwerp en fotograaf. Haar personages zijn niet zelden naakt, maar dat is niet iets waar de fotograaf zelf op aanstuurt, het is eerder het natuurlijke gevolg van de vertrouwensband die er ontstaat tussen de fotograaf en de geportretteerde. Dat wordt nog eens versterkt door het feit dat deze mensen vaak thuis worden vastgelegd of op een andere plek die voor hen vertrouwd aanvoelt.

Yang gebruikt fotografie als een middel om gedeelde emoties, zorgen en levenservaringen vast te leggen en dat verleent een bepaalde dubbelzinnige diepte haar beelden die niet meteen te duiden is. In een interview met IGNANT verklaarde Yang in 2016: ”Door hen te fotograferen, begreep ik hun leven beter en werd mijn eigen wereld ook groter en breder. We hebben misschien verschillende waarden en wereldbeelden, maar wat we gemeen hebben is een bepaalde inherente kwetsbaarheid en moed. We komen de wereld met oprechtheid tegemoet.”

Voor haar recentere serie ‘Youth’ (2019-) legt Yang de focus op jongere generaties, die opgroeien in een globaliserend (en nog sneller veranderend) China. In deze reeks onderzoekt ze gender, identiteit en de persoonlijke groei van mensen die zijn geboren in de jaren 90 en vroege jaren nul. Yang’s portretten bieden een zeldzaam kijkje in de levens van deze jongeren: niet alleen jonge vrouwen, maar ook jonge mannen en jonge genderfluïde en transgender mensen. Ze stelt daarmee vragen over heersende gendernormen en toont een bepaalde diversiteit onder jonge Chinese mensen.

Yang studeerde grafisch ontwerp aan de Lu Xun Academie voor Schone Kunsten in Shenyang en in 2022 startte ze aan het Cité internationale des Arts residentieprogramma in Paris. De kunstenaar verdeelt haar tijd nu tussen China en Europa. Ze stelde haar werk wereldwijd tentoon en werd in 2012 door niemand minder dan Ai Weiwei geroemd als een van de “rijzende sterren van de Chinese fotografie” (in een interview met Statesmen). Kort daarna toonde Yang haar werk in zijn groepstentoonstelling ‘FUCK OFF 2’ (2013) in het Groninger Museum. In 2018 werd ze door BBC opgenomen in de ‘100 WOMEN’ lijst en een jaar later werd ze genomineerd voor een C /O Berlin Talent Award en sleepte ze een Jimei x Arles Women Photographer’s Award in de wacht. Op dit moment is haar werk ook te zien in de tentoonstelling ‘NUDE’ in Fotografiska in Berlijn.

Het werk van Luo Yang is tijdens Art Rotterdam te zien bij Migrant Bird Space in de Solo/Duo sectie.


Geschreven door Flor Linckens

Art Rotterdam mailing list

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws